maandag 14 september 2015

Femö - Bagenkop

6 augustus

Onze buren houden zich netjes aan de afspraak en vertrekken net voor ons uit de haven. We zetten meteen de zeilen in tegenstelling tot onze buren van vannacht. Zij blijven op de moter en ogenschijnlijk bijna vol gas.

Wij zeilen in heel licht weer richting het eilandje Vejrö. Daar kunnen we dan meer een zuidwestelijke koers aanhouden en hebben we de ondieptes netjes aan bakboord gehouden. De diepte varieert hier tussen de 2,5 en 6 meter. Doordat de bodem met zeewier en zeegras is bedekt, kunnen we de bodem niet zien. Op bepaalde plekken echter is er geen begroeiing op de bodem en kan je de zandgrond duidelijk zien. Het water is zo helder, dat je begint te twijfelen of de diepteweergave van de diepmeter wel klopt. Het lijkt alsof we zo vast gaan lopen.

Nadat we de koers zuidwestelijk hebben verlegd moeten we nog even goed opletten. Hier liggen een aantal viskwekerijen en daar mogen we niet doorheen. We zien in de verte een vissersschip met enorme visbekkens achter zich aan. Het hele gevaarte is, grof geschat, misschien wel een mijl lang.

Als we de noordpunt van het eiland Lolland ronden, valt de wind helemaal weg. We dobberen nog een tijdje rond, maar besluiten dan toch om de motor bij te zetten. Na een half uurtje komt de wind terug en kan de motor weer uit. Al snel varen we weer ruim 7,5 knoop op de log. De snelheid over de grond neemt wel steeds meer af. We hebben last van windstroom. Dat komt doordat het water tussen twee eilanden door wordt geperst. Normaal heb je hier op de Oostzee vrijwel geen last van stroming. De snelheid over de grond loopt zelfs terug tot net boven de 5 knopen. We kunnen hoog aan de wind mooi aan bakboord van de scheepvaartroute blijven. In de scheepvaartroute is het behoorlijk druk. We kienen een mooi punt uit waar we kunnen oversteken. Daarna is het nog een klein stukje naar de zuidpunt van het eiland Langeland. Die moeten we ronden omdat Bagenkop een stukje om de hoek van het eiland ligt. De zuidkaap is prachtig om te zien.

Als we de haven van Bagenkop naderen zien we dat het er behoorlijk druk is. Na een rondje in de marina blijkt er geen plekje voor onze lengte te zijn. Ja, als iedereen gewoon aansluit, was er natuurlijk plek te over geweest. Dit geldt ook voor de buurman uit Femö, die voor ons is aangekomen. Met veertien meter nemen ze nu een plek in van bijna 35 meter. In de voorhaven vinden we wel een mooie plek. Bij west- tot noordwestenwind lig je hier in een vervelende deining. Maar nu is de wind nog meer zuidwest en is er van enige deining niks te merken. De voorspelde westenwind van morgen komt toch pas later op de dag. Dan zijn we alweer vertrokken.

We melden ons bij de havenmeester en krijgen goedkeuring om in de voorhaven te blijven liggen. Het havengeld kan bij de automaat betaald worden. Voor het avondeten besluiten we niet te moeilijk te doen en de plaatselijke snackbar met een bezoekje te vereren. Na bestellen rekenen we het bijna onwaarschijnlijke bedrag van € 55,-- af voor 4 patat (zonder) en 4 braadworsten. Eh, kunt u dat herhalen? Ja, ik heb het toch echt goed verstaan. Terug op de boot genieten we maar extra lang van deze kwaliteitsmaaltijd........



Geen opmerkingen:

Een reactie posten