woensdag 6 september 2023

Zomer!

We liggen op de l’Odet rivier bij Bénodet en de zomer is gearriveerd. Deze week is het elke dag rond de dertig graden en de zon schijnt van opkomst tot ondergang. Maar laten we het niet steeds over het weer hebben. Had ik al gezegd dat het lekker weer is?

Laten we beginnen waar we de vorige keer gestopt zijn….Oostende. Oostende is altijd leuk, vinden wij. Veel te toeristisch en een beetje aandoenlijk. Uiteindelijk liggen we hier tien dagen. Supergezellig met Thea en Maarten van de Nostress en Peter en Jacqueline van de Elisabeth. We doen wat klussen waar we tot nu toe niet aan toe gekomen zijn. Wandelen veel, maar van een duik in het zeewater komt het niet. 

Caleb heeft ook nog even een “dipje”. Nadat hij op een morgen zijn maaginhoud leegt in de achterhut, blijft ie maar in een hoekje liggen. Hij eet en drinkt niks meer, dus na anderhalve dag toch maar even naar de dierenarts. In de wachtkamer staat een bench met twee hondjes (Yorkshires), die duidelijk laten weten dat dit geen wachtkamer is, maar hun domein. T..ing wat kunnen die hondjes blaffen. We zijn nu een maand verder, maar nu ik er over schrijf piepen mijn oren weer. De dierenarts is uiterst vriendelijk, gooit er wat injecties in en geeft een berg pillen mee voor de komende dagen. Caleb knapt vrijwel direct op. Voorzichtige conclusie een maag- of keelontsteking. Na een dag is Caleb weer de oude. Wij helemaal blij natuurlijk. 

Na tien dagen wordt het de hoogste tijd om te vertrekken hier. We zetten, samen met Nostress, koers richting Boulogne sur Mer. De Elisabeth is inmiddels terug naar Nederland. 2/3 deel kunnen we zeilen, maar na Calais is de wind zover afgenomen dat we door de tegenstroom stilliggen ten opzichte van de grond. Door het water varen we nog twee tot drie knoopjes, maar effectief komen we dus niet meer vooruit. De motor gaat aan en Monique vindt het tijd om de eerste zak drop open te trekken. Na een eerste beet, gaat het mis. De oudste kroon die ik heb, ik heb er bijna meer dan een normaal gebit, komt volledig los uit de wortel. Gelukkig gaan beide zaken de goede kant op…..het dropje richting maag en de kroon uit mijn mond. De kroon ziet er nog prima uit. Na een bezoek aan de tandarts in een dorpje bij Boulogne blijkt echter de wortel gebroken en de kroon kan helaas niet teruggeplaatst worden. In overleg met onze tandartsassistente Nienke, tweede assistente Thea (Nostress), onze eigen tandarts is immers op vakantie, besluiten we voorlopig even niks te doen. Als onze tandarts weer teruggekeerd is van vakantie, moeten we maar even overleggen wat te doen.

In Boulogne hebben ze iets uitgevonden wat de Volendammers als muziek in de oren zal klinken. Een kermis van 24 dagen. Ja echt, 3,5 week! De kermis staat naast de marina opgesteld, maar gelukkig valt de herrie mee. Dus voor de Volendammers die er geen genoeg van kunnen krijgen; volgende zomer eind juli tot de derde week van augustus kunnen jullie los. Boulogne is een leuke plaats met een prachtig oud historisch deel. We wandelen weer veel en scoren ook een datasimkaartje voor de nodige internetconsumptie. 



Zodra er een weergaatje is gaan de trossen los en varen we naar Dieppe. Een pittig tochtje achteraf. Niet vanwege de wind, maar er staat een swell (deining) waar je u tegen zegt. De Liefde wordt alle kanten op geslingerd en als we in Dieppe aankomen, hebben we flink last van zeebenen. De katten doen het overigens geweldig op zee. Ze slapen veel en het lijkt alsof het ze allemaal niks kan schelen. Hoewel we al heel wat zeemijltjes afgelegd hebben, zijn we nog nooit in Dieppe geweest. De haven ligt vrijwel in het centrum en we krijgen een plekje aan de boulevard. De katten zijn een bezienswaardigheid in elke haven waar we komen, maar Dieppe is wel het hoogtepunt tot nu toe. Hele drommen toeristen op de boulevard vergapen zich aan onze twee haarballen. We overleggen nog even of we een bordje met daarop “Photos 10 Euro! moeten ophangen, maar we laten het maar bij een vriendelijke glimlach. Oh ja, ook hier begint de kermis. Dus als je in Boulogne nog niet vaak genoeg over de kop bent gegaan in de meest verschrikkelijke attracties, dan kan je het hier nog dunnetjes over doen. Ons niet gezien trouwens. 

In Dieppe zien we al meer vertrekkers. De dag voor we weer doorgaan, komt er een zeilboot binnen met een aantal jongeren aan boord. Wat blijkt, het zijn Edammers. De schipper is een jongedame die de boot in Spanje heeft gekocht en rechtstreeks naar Dieppe is komen varen. Petje af. Het blijken bekenden van Annemiek Beets (buurmeisje uit onze jeugd en kapster van Monique). Helaas spreken we ze maar kort.

Wij vertrekken na een korte week naar Saint Valery en Caux. Een kort stukje, maar dat komt goed uit. Je moet hier de aankomst goed plannen, want de voorhaven valt met laagwater droog. Wij liggen achter de sluisdeur in de haven en hier blijft het dus diep genoeg. Saint Valery is een prachtig plaatsje. We maken lange wandelingen en genieten van de omgeving. 




Na twee dagen vertrekken we naar Fecamp, waar we een halve dag blijven als tussenstop naar Cherbourg. We gooien om drie uur in de nacht alweer los en zetten koers naar het puntje van Normandië. Er staat wat wind en zeilen traag maar gestaag richting ons doel voor vandaag. In tegenstelling tot de verwachting krijgen we de zon vrijwel niet te zien. Wel regent het lange tijd. We verbazen ons eigenlijk niet. De weersverwachting zit er vaak naast de laatste weken. We hebben ons vroege vertrek goed gepland en hebben de laatste twintig mijl flink de stroom mee. In het verleden hebben we hier wel eens vier uur tegen de stroom in gehakt. Wat geen pretje is. Nu lopen we als een tierelier. Af en toe zelfs 12+ knopen over de grond. De aankomst in Cherbourg is altijd mooi. De enorme golfbrekers zijn al van ver te zien. We krijgen een mooi plekje in de Marina. Helaas wordt ankeren voor de haven niks, want de wind en resterende swell, komt precies het kleine ankergebied in.

Omdat we pas de afgelopen weken De Liefde ook bij wat meer wind of juist weinig wind en veel swell varen, zijn er hier en daar toch wat dingetjes aan te passen. Een lapje leer hier en daar tegen het schavielen, wat low friction ringen, zeg maar een soort moderne blokken/katrollen, aanbrengen of verplaatsen en de bulletalie definitief aanbrengen. Kortom in Cherbourg klussen we weer als vanouds. Ook krijgen we hele leuke buren. Een al wat ouder Engels stel met een Moody 47 met de naam Senior Moments, legt enigszins onzeker aan. Dat laatste komt waarschijnlijk door de ouderdom, want ze zijn zeer ervaren. We kletsen veel over de wederzijdse hobby en de plekken waar zij en wij zijn geweest. Het zijn typische Engelsen en dat heeft wel wat, vinden wij.

We overleggen wat onze volgende bestemming zal zijn. Het is immers vrij ingewikkeld om met twee katten Engeland te bezoeken. Zeker na de Brexit. De kanaaleilanden vallen onder de Engelse kroon, dus ook daar is het “forbiddden to bring pets on land”. Nu zijn we helemaal niet van plan om onze katten aan land te laten, maar uit het verleden weten we dat dat aan land brengen ook betekent in een haven aanleggen met een huisdier. Tegenwoordig moet je weer inklaren op de Kanaaleilanden en we hebben niet zo’n zin in een soort discussie met een douaneambtenaar over onze harige metgezellen. We vinden uit dat inklaren op Alderney op zijn “Alderneys” gaat. Heel relaxed dus. Je vaart met de watertaxi of je eigen dinghy naar de kant, in Alderney is immers geen haven. Je kunt alleen aan een meerboei of ankeren. Aangekomen aan land loop je over de loopplank naar boven waar een brievenbus hangt. Daarnaast een bakje met inklaringsformulieren. Formulier invullen en in de brievenbus gooien, meer is het niet. Als je later op Guernsey gevraagd wordt of je al ingeklaard bent en het afschrift uit Alderney laat zijn, hoef je daar ook niet meer door een papierwinkel of iets dergelijks.

Op Alderney genieten we weer met volle teugen. Alderney is wat ons betreft het mooiste kanaaleiland. Je loopt in een halve dag min of meer het hele eiland rond. Saint Anne is een soort sprookjesdorpje. Ankeren of aan de meerboei in Alderney is soms wel een beproeving. De swell komt vaak helemaal rond het eiland zo de baai in. Typisch iets voor de kanaaleilanden overigens. Ook nu is er soms best wat swell. Het is te doen, maar heel comfortabel is het niet. 


Het volgende eiland waar we heen zeilen is Guernsey. Overigens dit keer alleen voor een tijstop. Na aankomst vertrekken we de volgende morgen vroeg naar Bretagne. Een tochtje van 65 mijl. Ook tijdens dit vaartje kunnen we slechts deels zeilen. Driekwart van de afstand gaat ie geweldig, maar ergens halverwege hebben we een periode zonder wind. In Roscoff blijven we ook maar kort. We hebben onze ogen laten vallen op een, volgens overleveringen, prachtige ankerplek op de l’Aber Wrac’h rivier. De meeste zeilers gaan daar achter de meerboei of in de marina liggen. Wij varen een mijl of drie door en gooien ons anker midden op de rivier uit. Een schot in de roos. We liggen hier met een stel uit Oostenrijk die we in Roscoff hebben ontmoet. We varen een tijdje met elkaar op. Als we het anker in l’Aber Wrac’h hebben laten vallen, nodigen we ze uit voor een ouderwetse Tiroler Gröstl. Dat zagen ze niet aankomen. Uit onze hoteltijd zijn we een paar gerechten niet vergeten en een van de favorieten blijft de Tiroler Gröstl. Altijd lekker.






Voor ons ligt nu de passage van Chenal Du Four, zeg maar de ronding van de westpunt van Bretagne. Chenal Du Four is berucht om de felle stroming en grondzeeën. Een goede planning is dus weer belangrijk. Gelukkig valt het tij gunstig en ook de wind zit in de goede hoek. Het blijkt weer een piece of cake en het laatste stuk naar Brest is helemaal top. We zeilen aan hogerwal met windje 4-5 bft in een zucht naar Brest. Dit was een topdag. Onderweg merken we wel dat onze AIS (automatisch identificatie systeem) slecht werkt. We zien andere bootjes pas op een paar mijl op ons scherm, wat normaal zelfs tot 60-80 mijl kan zijn. Een nieuwe klus dus. Nadat we een nieuwe lader voor de laptop hebben gevonden, kunnen we aan de slag. We doen tegenwoordig alles op de Ipad en gebruiken de laptop eigenlijk alleen voor de instelling van de navigatieapparatuur.  Helaas blijkt na veel gedoe dat de AIS is overleden. We liggen inmiddels op een paar mijl van Brest bij Camaret Sur Mer voor anker en besluiten terug te varen naar Brest. Er is daar een hele grote watersportwinkel en we gokken erop dat ze daar een AIS op voorraad hebben. We hadden onderweg wel gemerkt dat de meeste Franse bootjes nog helemaal geen AIS hebben en komen er bij de watersportwinkel achter dat een AIS besteld moet worden. We besluiten een AIS via een Franse online winkel te bestellen en in Douarnenez, onze volgende bestemming, te laten bezorgen. Dit blijkt goed te verlopen. En dan het spannende moment….doet ie ‘t of doet ie ‘t niet? Stekkers er in en hij doet het zoals het hoort. Dat is een opluchting, en een hap uit het budget.


Douarnenez is mooi, maar je merkt wel dat het seizoen op zijn eind raakt. Veel horeca is al dicht en de sfeer is niet meer echt zomers. De wandelingen zijn er niet minder mooi om. Een geweldige omgeving hier. Als het in de winter niet zo nat en bijna net zo koud als in Nederland zou zijn, zouden we hier best lang kunnen verblijven. Maar dat is allemaal niet het geval en dus ronden we na een paar dagen de volgende kaap. Opnieuw berucht om de stromingen. Vandaag is het dolfijnendag. We zien er tientallen. Het blijft fascineren. De katten moeten er nog niks van hebben en schrikken zich het apenlazerus als ze boven komen. In Audierne kiezen we er vanwege de swell voor om naar het stadje te varen en daar een plekje in de haven te nemen. Het is springtij en de hoogte van de kade blijkt hier niet op uitgedacht. Het water komt over de kade en loopt over de straat. Hoe moet dat als er een flinke zuidwester staat, vragen wij ons af. We maken ons er maar niet druk over, maar gek is het wel. Op het havenkantoor is niemand aanwezig, ook niet na een tweede poging. Als we de volgende morgen om acht uur vertrekken hebben we nog steeds geen havenmeester gezien. Kortom een gratis nachtje.

Het vaartje naar de plek waar we nu liggen is weer als zo vaak sinds ons vertrek. We starten met een lekker windje en eindigen op de motor. Het weer is inmiddels zomers en de eerste nacht liggen we ten anker bij de monding van de rivier. De volgende morgen varen we vijf mijl de rivier l’Odet op en gooien het anker midden op de rivier op een prachtige plek in de modder. We zijn toe aan een paar dagen niks. Lekker luieren in de zon, een kort vaartje met Nestie (onze bijboot), genieten van het uitzicht en zo nu en dan een tukkie. ;)  We blijven hier in de buurt de komende dagen rondscharrelen en houden de weerkaarten nauwlettend in de gaten voor een weervenstertje naar A Coruna. IJs en weder dienende kunnen we in de loop van volgende week Biskaye oversteken en aan de tapas.